DE BOUWSTENEN VAN THE WALL – DEEL 1
Na de ‘In the Flesh’ tour zint Roger Waters in het najaar van 1977 op een werkstuk waarin hij niet alleen wil afrekenen met de dood van zijn vader, maar ook met de grote afstand die er dan tussen hem en het concertpubliek is ontstaan. Waters vindt zichzelf niet meer de werkende socialist van vroeger. Hij is iemand geworden die zijn afschuw uit over het kapitalisme en materialisme, terwijl hij daarmee tegelijkertijd bakken met geld verdient. Waters heeft alles in zijn macht, maar maakt hem dat gelukkig?
Deze elementen sijpelen vanaf ‘The Dark Side of the Moon’ steeds meer Waters’ teksten binnen. Terwijl de teksten van die plaat niet specifiek gericht zijn op een tijdperk, maar op een generatie, is bij ‘Animals’ het tegenovergestelde het geval. Tegelijkertijd heeft Waters nog steeds de teloorgang van Pink Floyd-oprichter Syd Barrett in zijn achterhoofd zitten; het creatieve genie dat onder invloed van drugs en een toenemende werkdruk en hooggespannen verwachtingen ten onder is gegaan. Een uitgehold persoon is alles wat er van Barrett rest; het concept van ‘Wish You Were Here’ is daar sterk door beïnvloed. Nu zijn het – samen met de bovengenoemde thema’s – de bouwstenen die Waters gebruikt voor zijn magnum opus.
Het verhaal van ‘The Wall’ speelt zich gedurende één dag af op drie locaties: een hotelkamer, een concerthal en in het hoofd van de hoofdrolspeler, een karakter genaamd Pink. ‘The Wall’ begint met een soort burn-out van Pink als hij op tournee is met zijn band (‘In the Flesh?’). Hij is zowel agressief als mijmerend over zijn jeugdjaren. Zijn vader is tijdens de Tweede Wereldoorlog overleden en zijn moeder voedt hem vervolgens streng en zeer beschermend op (‘Mother’), terwijl de lagere school een ‘brainwash’-effect op hem heeft. Het door Pink onbegrepen en onverwerkte verdriet en de bijbehorende emoties worden verbeeld middels de metafoor van de baksteen. Tezamen vormen die een muur: zowel een symbool van isolatie als een middel om te communiceren.
Naarmate de tournee vordert gaat Pink zich steeds eenzamer voelen. De eenzaamheid wordt extra gestimuleerd door de afstand tot zijn behoorlijk bezitterige vrouw, die blijkbaar thuis met een andere man in bed ligt. Zelf wordt Pink verleid door een groupie (‘Young Lust’), maar draait faliekant door als zij bij hem op de kamer is. Hij vernielt alles binnen zijn gezichtsveld (‘One of My Turns’), inclusief de televisie. Immers, het was een rock-cliché om in de jaren zeventig als artiest een tv uit het raam te gooien! Hij komt terecht in een neerwaartse spiraal en projecteert zijn agressie zelfs op zijn eigen vrouw (‘Don’t Leave Me Now’). Uiteindelijk is hij volledig geïsoleerd van de wereld: de muur is compleet (‘Goodbye Cruel World’).
*𝐷𝑒 𝑡𝑒𝑘𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑧𝑖𝑗𝑛 𝑔𝑒𝑠𝑐ℎ𝑟𝑒𝑣𝑒𝑛 𝑑𝑜𝑜𝑟 𝑗𝑜𝑢𝑟𝑛𝑎𝑙𝑖𝑠𝑡 𝑊𝑜𝑢𝑡𝑒𝑟 𝐵𝑒𝑠𝑠𝑒𝑙𝑠, ℎ𝑖𝑗 𝑠𝑐ℎ𝑟𝑒𝑒𝑓 𝑖𝑛 2015 𝑑𝑒 𝑁𝑒𝑑𝑒𝑟𝑙𝑎𝑛𝑑𝑠𝑒 Pink Floyd biografie 𝑜𝑣𝑒𝑟 50 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑃𝑖𝑛𝑘 𝐹𝑙𝑜𝑦𝑑.